Sold !

De nacht na onze deal met Hiet en Poekie slapen we slecht. Niet omdat de boot verkocht is, maar omdat de swell in de baai almaar toeneemt. Eigenlijk zijn we hier te lang gebleven, maar ja, we hadden hier wat te doen. In de ochtend is het echt niet leuk meer. ‘Zo snel mogelijk weg’, vind ik. Piet wil eigenlijk nog even naar de kant om een boek naar Hiet en Poekie te brengen, zoals beloofd, maar het is echt geen doen. Dat boek moet maar even wachten. We gaan. Aan de andere kant van het eiland vinden we een plek in de baai van Sant Antoni. Het is hier altijd druk, maar je ligt wel goed beschut. Wat de verkoop betreft; De makelaar heeft gezegd dat het een kwestie van een paar dagen is voor het contract ondertekend kan worden en de aanbetaling kan worden gedaan. En inderdaad. Op maandag was de deal rond en op woensdag ligt er een contract. Piet vindt dat het er goed uit ziet, Hiet heeft nog geen tijd om ernaar te kijken. Hij moet veel regelen met zijn huis en zo. Dan komt er een berichtje van Hiet aan de makelaar. Hij maakt zich toch wel zorgen over het onderwaterschip. We hebben verteld dat er nieuwe antifouling of coppercoat op moet en dat er wat kleine blaasjes op de romp zitten. Maar stel nou dat die blaasjes niet zo klein zijn als Piet zegt, maar zo groot als een tennisbal, of nog erger,een voetbal. Wat dan? Dadelijk zit het hele onderwaterschip vol… Hij wil de garantie hebben dat ze niet groter zijn dan een penny. Die vraag hadden we liever wat eerder gehad, maar goed. Trouwens, hoe groot is een penny? Piet gaat het water in en na een paar uur heeft hij alle blaasjes wel gezien en gemeten. Ze zijn allemaal kleiner dan een centimeter. Het contract wordt aangepast, de blaasjes worden nu met maat en al vermeld en Hiet is gelukkig. We zijn het er over eens dat het contract ondertekend kan worden. We wachten af. Die nacht denken we rustig te kunnen slapen. Het weer is goed, er liggen geen boten gevaarlijk dichtbij. Maar toch. Midden in de nacht worden we wakker van een doffe dreun. Piet weet meteen wat er aan de hand is. Ik heb m’n oordopjes in en reageer wat later. 

Als ik buiten kom zie ik hoe Piet een boot af staat te houden aan de zijkant van het schip. We stoppen er een paar stootwillen tussen en met de pikhaak sla ik op het dek van de andere boot genaamd ‘Happy dazes’ , in de hoop dat de kapitein wakker wordt. Die man moet heel goed slapen, want hij reageert niet. Ook niet als ik met de misthoorn vlak bij een raampje sta te toeteren. Dan nog maar een keer met de pikhaak…eindelijk komt er iemand aan dek. (Slaap)dronken en wat humeurig ( wat ik me goed kan voorstellen), gaat hij aan de slag. Hij heeft een probleem met z’n ankerlier, dus moet hij met de hand het anker ophalen. Een flinke klus, maar langzaam maar zeker komt het anker naar boven. Opeens komt hij naar ons toe, en alsof hij opeens een heldere ingeving heeft zegt hij, terwijl hij met zijn wijsvinger priemend naar Piet wijst. ‘Jij, jij zegt wel dat ik slip. Maar weet je, misschien ben jij het wel die slipt. Ja, jij bent het.’. We moeten ons lachen inhouden. Piet legt rustig uit, dat als hij 20 meter voor ons lag en nu naast ons ,en hij het anker op deze plek helemaal omhoog kan halen, het toch heel waarschijnlijk is dat hij degene is van wie het anker slipt. Mopperend vaart hij achteruit en ankert opnieuw. De volgende ochtend gaat Piet naar hem toe. Hij blijkt alleen op de boot te zijn en Piet helpt hem een beter plekje te vinden en zo liggen we even later gebroederlijk naast elkaar, op veilige afstand, dat wel. 

 Later op de dag wordt het voller in de baai. Het is niet zo eenvoudig een plekje te vinden en dus besluit iemand zijn boot precies tussen ons en de ‘happy dazes’ te leggen. We zeggen maar meteen dat dit echt geen goed idee is. Waar de meeste mensen toch wel in alle redelijkheid reageren als je iets zegt, hebben deze spanjaarden een erg kort lontje. ‘Er is niet genoeg plek voor iedereen’, ‘dan ga je zelf maar weg.’ Al heel snel wordt de situatie heel vervelend. Ze dreigen dat ze de garcia gaan bellen omdat wij met ons anker in het zeegras zouden liggen. (wat niet klopt, we liggen r vlakbij) Er wordt continu geroepen en gescholden vanaf de andere boot die dus een paar meter bij ons vandaan ligt. Ze varen met hun bijboot naar andere spaanse boten om ook die mensen erbij te betrekken. Dan draait de wind. Hun boot draait de kant van ‘Happy dazes’ op, waarvan de eigenaar helaas niet aan boord is. Met 3 man moeten ze ‘Happy dazes’ afhouden, want er is inderdaad te weinig ruimte. Het is fijn om gelijk te hebben, maar het is nog veel fijner als dit soort dingen in harmonie kunnen worden opgelost. We hebben geen zin om zo de nacht in te gaan, met scheldende mensen naast ons en waarschijnlijk weer een gebroken nacht. We halen het anker op uit het zand en vertrekken. Een stuk buiten de baai vinden we een andere plek. Minder beschut en ook minder rustig op de golven, maar er zijn geen andere boten / mensen in de buurt en dat vinden we op dit moment heerlijk. We slapen prima. Op zondag komen er twee mails binnen van Hiet. Een voor Piet, waarin hij zegt dat de aanpassing in het contract prima is, en een voor de makelaar, waarin een aantal vragen. Want waarom moet het allemaal zo snel? Waarom is het een nederlands contract? Hij voelt zich veel comfortabeler bij een contract gebaseerd op engels recht. En waarom staat de boot op internet niet als zijnde verkocht? Kortom; getekend wordt er nog niet. Op woensdag is er weer een levensteken uit Engeland. Hiet heeft een nederlandse advocaat ingeschakeld om naar het contract te kijken. Dat levert weer een aantal suggesties van de advocaat op waar Piet weer op mag reageren. Het wordt een beetje vermoeiend, dit traject. Maar dan, 2 weken na ons glaasje champagne op het strand, is er een ondertekend contract. En nog drie dagen later is ook de aanbetaling binnen. Nu kunnen we met Anne op Mallorca een paar weken vakantie vieren en daarna voor de keuring naar Cartagena. Alleen als er bij de keuring fundamentele gebreken worden aangetroffen die niet van tevoren bekend waren, kan de koper nog van de koop afzien. Je zou denken dat het allemaal gaat lukken. Maar eerst dus vakantie met onze dochter Anne. We pikken Anne op in Santa Ponsa op Mallorca en genieten met elkaar van de mooiste plekjes. We varen naar Soller, een meestal vrij drukke baai, maar vorig jaar werden we heel gastvrij onthaald bij de marine basis, (zie ons blog van september 2020) dus we bellen Él commandante . En het is inderdaad geen enkel probleem om op de basis te liggen. Integendeel, als we aankomen staat hij ons al op te wachten met een fles champagne. Welkom! In Soller ga ik met Anne met het antieke trammetje naar de markt en de botanische tuin. 

 

 

We kanoën in de baai en genieten van het strand. We brengen ook een paar heerlijke dagen door op Cabrera, het kleine eilandje in het natuurreservaat vlak voor de kust van Mallorca. Cabrera is echt prachtig en het is er heerlijk rustig. Het is heel fijn na de vele onrustige nachten die we gehad hebben de afgelopen tijd eerst in Soller aan de kade te liggen en nu hier in Cabrera aan een mooring.

 Dat garandeert een rustige nacht, denken we. Om ongeveer 1.30 worden Piet en Anne wakker door een oorverdovend geluid. Alsof er een enorme motorboot naast ons ligt. Piet kijkt naar buiten maar er is niets te zien. Raar, want het geluid neemt alleen maar toe. Het is werkelijk niet normaal, zo’n herrie. Als Piet naar buiten gaat staat Anne al in de kuip. Nu blijkt waar het geluid vandaan komt. Een enorme chinook helikopter, zo’n joekel met voor en achter wieken, hangt boven de boot, ze kunnen de wind voelen en zien het water erdoor in beweging komen. Heel langzaam verplaatst de heli zich over de baai en blijft boven het land hangen. Wat daar gebeurt is niet meer te volgen. Misschien moet iemand snel naar het vasteland? Of is het een oefening? We zullen het nooit weten. 


Overigens heb ik dit verhaal alleen maar van horen vertellen. Ik was erbij, maar ik sliep. Lekker met oordopjes in. Na Mallorca varen we met Anne naar Ibiza. In de baai van Benirras maken we het trommelen van de hippies bij de ondergaande zon mee. Samen met Anne ga ik naar het strand om de hippiemarkt te bezoeken. Sieraden, kleding, muziek ...ik vind het leuk er rond te lopen en Anne koopt een paar leuke sieraden. 

En zo hebben we met elkaar een heerlijke tijd die veel te snel om is. Op 2 september vertrekt Anne weer naar Nederland en vertrekken wij met de Noyana voor haar laatste zeiltocht als het goed is. Op naar Cartagena. Op maandag 6 september varen we in Cartagena de boot naar de kraan. Cartagena is een van de weinige havens waar een boot als Noyana met z’n 8 meter breedte, in de kraan past. Het bassin is 9 meter breed dus het moet kunnen, maar het houdt niet veel over. Aan beide kanten van de boot hangen natuurlijk ter bescherming stootwillen, die ook 30 cm doorsnee zijn. Ik sta links op de voorpunt met een extra stootwil voor het geval er iets misgaat en ik moet eerlijk zeggen dat ik behoorlijk zenuwachtig ben, zeker als we langzaam naar de kraan varen. Het ziet er zo smal uit. De monohull die net het water ingaat, heeft alle ruimte, maar als ik bedenk dat wij 2 x zo breed zijn krijg ik het een beetje benauwd. 

 

Maar een pluim voor Piet, want mijn stootwil heb ik niet nodig. Zonder dat zelfs de stootwillen de kanten raken vaart Piet Noyana keurig onder de kraan. Gelukkig is er niet veel wind en is ook het takelen geen probleem.

En dan staan we op de kant. Het is een kleine werf maar er werken wel 35 mensen. Het is een komen en gaan van boten en er wordt hard gewerkt van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds een uur of zeven. Op zich leuk, die bedrijvigheid, maar het betekent ook veel herrie en viezigheid. Het kan gebeuren dat er vlak bij ons een boot met hogedrukspuit wordt afgespoten die net het water uitkomt, terwijl even verderop een boot gezandstraald wordt. Tegelijk is een ander aan het lassen. We zijn blij als het ’s avonds rustig is. 

 

Maar goed, we zijn hier niet voor de lol. Er zit een tik in de saildrive en het blijkt niet alleen een kwestie van nieuwe afdichtingsringen en olie, wat ons was verteld door de monteur, maar er blijken van een tandwiel een paar stukjes afgebroken te zijn. Dat betekent een nieuw tandwiel, een kostbare reparatie, maar we willen de boot in goede orde overdragen. Ook worden de roerlagers vervangen en dan is het wachten op de keuring. Op 13 september is het zover. De surveyor is er op tijd en loopt alvast met Piet een rondje door de boot omdat Hiet er Poekie er nog niet zijn. Die komen drie kwartier later. Er worden blaasjes opengemaakt om te kijken of er sprake is van osmose. Niet dus, gelukkig maar. Dat moet voor Hiet ook een opluchting zijn, want dat was zijn grootste zorg. Dan gaat de boot het water in en hijsen we de zeilen. Meer dan dat is het niet, want er staat geen zuchtje wind. Maar alles werkt en ziet er goed uit. De surveyor vindt het een fantastisch schip, niets op aan te merken. En jullie? vragen we aan Hiet en Poekie? Zijn jullie overtuigd? Geen vragen meer? Nee, alles is prima in orde. Ze gaan morgen het geld overmaken en willen eind van de week dan aan boord komen. Dat klinkt als een prima plan. Wij moeten nog wel even de boot leeghalen en een appartementje regelen in Almerimar. Dat wordt logistiek nog even een uitdaging. Piet informeert bij de werf en ze bieden aan dat we het busje van de werf kunnen gebruiken, een Renault Traffic, en dat er iemand mee kan om te helpen en de bus terug te rijden. Dat is ideaal, want Almerimar is toch 2,5 uur rijden en dan hoeven we niet heen en weer. Ik heb er alleen een hard hoofd in of al onze spullen in het busje passen, maar dat is van later zorg. Eerst een appartement regelen. Van onze bootmakelaar hebben we de naam van een makelaar doorgekregen die ons waarschijnlijk wel kan helpen. We hebben hem al een paar e-mails gestuurd, maar daar kwam geen reactie op, en ook bellen werkt niet. Dan gaan we er maar gewoon naar toe, want de tijd dringt en waarschijnlijk is het kantoor wel open. We huren een auto, een VW golf bij Navirent, het plaatselijke verhuurbedrijf. Per email is er kontakt en wordt de zaak afgehandeld. Voor de zekerheid belt Piet de avond van tevoren nog even op en dat is maar goed ook. Er is geen auto beschikbaar, de beste man heeft helemaal geen bevestigingsmail van ons gezien, dus helaas. Piet ontploft bijna. We moeten gewoon een auto hebben, het is duidelijk gecommuniceerd en we hebben een afspraak in Almerimar. Het kost wat overredingskracht maar dan is er een oplossing. We krijgen een minibestelbusje, een volkswagen Caddy. Wordt morgen afgeleverd op de haven. Een paar uur later worden we gebeld. Sorry, de volkswagen Caddy heeft een probleem, het gaat niet lukken. We hebben misschien wel iets anders, maar dan wordt het een grote 3-zits bestelbus. ‘Het maakt niet uit’ ,zegt Piet, ‘Als het maar 4 wielen heeft en rijdt.’ En zo zitten we de volgende ochtend in een flinke bus onderweg naar Almerimar. We zijn vroeg vertrokken en zijn al halverwege als er een berichtje binnenkomt van Hiet : We hopen dat jullie nog niet onderweg zijn en geen beslissingen nemen vandaag, want we zijn heel erg geschrokken van de kosten voor de antifouling verf van het onderwaterschip. We hebben ook nog andere kosten aan het schip dus dat wordt echt te veel. Dit kan een dealbreaker zijn. Tsja, wat doe je dan? Terug naar Cartagena? Of toch maar naar Almerimar? Geen idee hoe dit afloopt, dus we rijden maar gewoon door maar we balen natuurlijk wel behoorlijk. Onderweg hebben we contact met de makelaar. Moeten we het hard spelen met het risico dat we weer helemaal van voren af aan moeten beginnen? Het is tenslotte geen stijl om op dit moment nog met zoiets aan te komen. En daarbij heeft Hiet geen poot om op te staan. Het was bekend dat het onderwaterschip een verfbeurt nodig had. We besluiten nog iets toe te geven, om van alle gezeur af te zijn en onze aandacht te richten op ons appartement. In Almerimar is het kantoor van Roberto gelukkig open. Hij is er zelf niet, maar zijn collega gaat met ons mee naar twee appartementen. Het ene ligt boven Almerimar bij de klif en heeft prachtig uitzicht. Het andere is beneden in een resort en is vrij donker met uitzicht op een tuin. De keus is snel gemaakt, al blijft het nog even onder voorbehoud. We geloven pas dat Noyana verkocht is als het geld op onze bankrekening staat. De volgende ochtend, op woensdag, staan Hiet en Poekie vrolijk met een fles champagne te zwaaien als ze aankomen bij de boot. Ze willen meteen het nieuwe contract tekenen en de betaling regelen. De champagne is voor ons. Wij zijn iets minder uitgelaten. We waren het niet van plan maar Piet kan het toch niet laten even zijn hart te luchten over de manier van doen. Je maakt er in elk geval geen vrienden mee en het betekent dus ook dat we na de verkoop niet meer klaarstaan om ze te helpen. Poekie barst in tranen uit en het stel besluit een stukje te gaan wandelen. Als ze terugkomen willen ze het goedmaken door ons een luttel bedrag terug te geven. Van mij mogen ze het houden. Maar goed, je kunt niet boos blijven. En er is ook genoeg te doen. We hebben nog twee dagen om te verhuizen....























Reacties