Reizen
per zeilboot betekent dat je je reis niet helemaal kunt plannen. Tenminste, als
je zoveel mogelijk wilt zeilen. Het is opvallend hoe veel zeilboten hier
rondvaren met het voor- of grootzeil op voor de sier. Het echte werk wordt
gedaan door het ijzeren zeil, ofwel, de motor. Want waarom zou je moeilijk doen
als het makkelijk kan?
Wij
proberen als het even kan te zeilen. En dat betekent dat je soms moet wachten
op goede wind, of ergens weg moet omdat het nὺ het goede moment is. Het
betekent dat je soms de 10 knopen haalt en een andere keer ligt te dobberen en
nauwelijks vooruitkomt. Soms moet je weg uit een baai omdat de wind verandert
en je daardoor niet lekker meer ligt, kortom; we kijken per dag wat we doen en
ook dat lukt niet altijd.
Zo
besluiten we na een paar dagen in de baai van Santa Ponsa op Mallorca gelegen
te hebben dat we verder kunnen. Er staat een flinke bries (20 kn), we hebben
een mooie baai uitgezocht waar we naar toe willen en we hebben zin in een
stukje zeilen. Zo gezegd zo gedaan. We hijsen het voorzeil en gaan al
afkruisend de baai uit. Op een gegeven moment zie ik aan de linkerkant van de
boot een kleine motorboot. Het is echt een lief klein bootje. Je ziet ze hier
veel. Ze hebben het model van de traditionele vissersschepen van de Balearen.
Ze zijn er in alle maten , met en zonder kajuit, als motor- of als zeilboot.
Piet, zeg ik, zie je die motorboot? Ja zegt Piet, ik zie hem. Maar wat
bijzonder, die man is aan het roeien. Dat hebben we echt nog nooit gezien.
Iemand die op zee aan het roeien is. Maar voor we van onze verbazing zijn
bekomen stopt de man met roeien en gaat in de boot staan met beide handen
omhoog. ‘I need help’.
Tsja,
een goede schipper vaart niet voorbij aan iemand die om hulp vraagt. We rollen
het zeil in, knopen 2 lange lijnen aan elkaar en dan is het mijn taak om de man
de lijn netjes toe te gooien. Dat valt me nog niet mee. Zo’n lijn is behoorlijk
zwaar en het bootje niet heel dichtbij, maar goed, de tweede poging is raak.
Naar de haven van Andraitx moet hij. Zo’n 5 mijl verder. We varen langzaam,
want er zijn flinke golven en telkens als de lijn strak komt te staan, krijgt
het bootje een schok.
Als we in de baai van Andraitx komen, geeft de man aan
dat hij het verder zelf wel kan, hij wil wel graag onze naam en adres ook al
zeggen wij natuurlijk dat we er niets voor willen hebben. Maar goed, we
schrijven onze gegevens op een briefje, ik vouw er een vliegtuigje van en met
een welgemikte worp belandt het briefje in de boot. Ik maak de lijn los en dat
was het dan. Dachten we. Maar niet dus. Terwijl wij nog wat ronddobberen en
overwegen waar we naar toe zullen gaan omdat we voor ons oorspronkelijke plan
geen tijd meer hebben, worden we opnieuw geroepen; ‘I need your help
again’. De harde wind heeft het
motorbootje richting de rotsen gedreven en daar valt blijkbaar niet tegenin te
roeien. Nu heeft hij echt een probleem. We maken de lijn nu vast aan de
voorkant van onze boot zodat we niet zelf bij de rotsen in de problemen kunnen
komen en gelukkig gaat het werpen nu ook goed. Achteruit varend trekken we het
bootje verder de baai in richting de haven. Als we bijna bij de haven zijn
geeft de man aan dat we hem los kunnen maken. Vanaf hier is het geen probleem
meer. Bedankt. Ik maak de lijn weer los, we zwaaien en kijken nog even of alles
goed gaat. Maar er gebeurt niet veel. Blijkbaar is hij inmiddels zo moe dat het
roeien niet meer lukt, en zo kom je toch ook niet thuis. Voor de 3e
keer gooi ik de lijn. (Ik word er zo nog handig in) Bij de haveningang komt er iemand aanvaren met een RIB die hem verder brengt.
Voor ons is de klus geklaard. Zeilen doen we niet meer die dag. Zo zie je maar
weer hoe anders het kan lopen. De eerste de beste baai gaan we voor anker en
dat blijkt onverwacht een prachtig plekje. (Cala Egos)
Een praktisch puntje is nog dat je niet erg stevig ligt in zeegras. Het anker kan zich niet goed ingraven in de
bodem en als de wind dan toeneemt of plotseling draait kun je wel raden wat er
gebeurt. Maar goed. Als we in een drukke kleine baai liggen komt er tegen de
avond een RIB van de posidonia control. Vanuit de boot wordt met een soort enorme oranje kijker het
anker geïnspecteerd. Wij liggen goed, maar we zien wel dat een andere boot
opnieuw moet ankeren. Later als we in de baai van Porto Colom komen, worden we
zelfs opgewacht door een RIB van de posidonia control. Deze ankerplaats heeft
heel veel spots met zeegras en het is niet heel makkelijk een plekje met zand
te vinden waar je je anker uit kunt gooien.
Voor de posidonia meneer geen probleem. Hij wijst ons op de decimeter
nauwkeurig aan waar we ons anker mogen laten vallen. De wind blijft tot morgen
dezelfde richting houden volgens hem, dus er is geen gevaar dat we op de grond
lopen of tegen andere boten aan komen. Erg prettig voelt dat niet. Andere boten
op een paar meter afstand en voor je de rotsen, dat is niet erg comfortabel.
Wij houden er graag rekening mee dat de wind wel draait. De volgende ochtend
als er veel boten vertrekken zoeken we dan ook een beter plekje uit. (wel in
het zand natuurlijk )
Een
heel leuk plekje op het eiland is het plaatsje Soller. We ankeren in de baai
Port de Soller en kunnen met de tram in 20 minuten naar het bergdorpje waar op
zaterdag markt is. De tram is een belevenis apart. Het is een antieke houten
tram (1914) die tussen de haven en het dorpje rijdt. De tramlijn is natuurlijk vooral
bij toeristen populair en veel duurder dan dat je met de bus zou gaan, maar
toch vinden we het echt leuk om met dit prachtig gerestaureerde vervoermiddel
door het berglandschap met sinaasappel en citroenbomen, langs huizen en
achtertuinen naar Soller te rijden. Bijkomstig voordeel is dat de rijtuigen
helemaal open zijn. Fijn in de hitte en in deze periode van Covid 19. (Ik moet
er niet aan denken met 32 C en een mondkapje op in een volle bus te zitten.)
Soller
is leuk. Op de markt zijn er zoveel verschillende soorten olijven te koop dat
je door de olijven het bos niet meer ziet. Heerlijk fruit en lekkere kaasjes
staren ons aan vanaf de kraampjes, maar we hebben geen tassen bij ons en willen
ook niet teveel meesjouwen. Wie weet, komen we hier nog een keer terug en dan
gaan we zeker inkopen doen. ( Ze hebben ook heerlijke koffie en taart 😋)
In
de baai van Cala Blanca maken we nog iets grappigs mee. Nadat we geankerd
hebben installeren we ons in de kuip met een biertje. We hebben uitzicht op een
behoorlijk steile rotswand met bovenop wat huizen. Halverwege zien we vier
geiten staan. Drie geiten staan in de verte te kijken. Eentje staat met z’n kop
in de struiken. ‘Ongelofelijk toch, wat die beesten kunnen. Op zo’n steil
stukje’.
We kijken er samen vol bewondering naar. Een paar minuten….Die paar
minuten worden 10 minuten, een kwartier….nog steeds staan de geiten in dezelfde
houding. ‘We worden in de maling genomen’, zeggen we tegen elkaar. Ze zijn nep.
We pakken de verrekijker erbij. De geiten staan doodstil. We zijn gefopt.
Waarschijnlijk een kunstproject van een van de bewoners. We vergeten de geiten
en gaan eten klaarmaken. Als ik na een poosje door het keukenraam kijk, is de
geit die met zijn kop in de struiken stond, verdwenen. We wrijven onze ogen
uit. Nu komt er ook beweging in de rest van het gezelschap. Ja hoor, voor de
tweede keer trappen we er in. Het is geen kunstwerk, maar wel een kunststukje
van deze viervoeters.
Zo
genieten we van Mallorca. Aan de zuidkant van de prachtige stranden, aan de noordwestkant van de ruige bergen.
Maar de wind is goed om door te gaan naar Menorca,
dus we hijsen de zeilen….
Reacties