Balearen 1


 

Reizen per zeilboot betekent dat je je reis niet helemaal kunt plannen. Tenminste, als je zoveel mogelijk wilt zeilen. Het is opvallend hoe veel zeilboten hier rondvaren met het voor- of grootzeil op voor de sier. Het echte werk wordt gedaan door het ijzeren zeil, ofwel, de motor. Want waarom zou je moeilijk doen als het makkelijk kan?

Wij proberen als het even kan te zeilen. En dat betekent dat je soms moet wachten op goede wind, of ergens weg moet omdat het nὺ het goede moment is. Het betekent dat je soms de 10 knopen haalt en een andere keer ligt te dobberen en nauwelijks vooruitkomt. Soms moet je weg uit een baai omdat de wind verandert en je daardoor niet lekker meer ligt, kortom; we kijken per dag wat we doen en ook dat lukt niet altijd.

Zo besluiten we na een paar dagen in de baai van Santa Ponsa op Mallorca gelegen te hebben dat we verder kunnen. Er staat een flinke bries (20 kn), we hebben een mooie baai uitgezocht waar we naar toe willen en we hebben zin in een stukje zeilen. Zo gezegd zo gedaan. We hijsen het voorzeil en gaan al afkruisend de baai uit. Op een gegeven moment zie ik aan de linkerkant van de boot een kleine motorboot. Het is echt een lief klein bootje. Je ziet ze hier veel. Ze hebben het model van de traditionele vissersschepen van de Balearen. Ze zijn er in alle maten , met en zonder kajuit, als motor- of als zeilboot. Piet, zeg ik, zie je die motorboot? Ja zegt Piet, ik zie hem. Maar wat bijzonder, die man is aan het roeien. Dat hebben we echt nog nooit gezien. Iemand die op zee aan het roeien is. Maar voor we van onze verbazing zijn bekomen stopt de man met roeien en gaat in de boot staan met beide handen omhoog. ‘I need help’.

 

 
Tsja, een goede schipper vaart niet voorbij aan iemand die om hulp vraagt. We rollen het zeil in, knopen 2 lange lijnen aan elkaar en dan is het mijn taak om de man de lijn netjes toe te gooien. Dat valt me nog niet mee. Zo’n lijn is behoorlijk zwaar en het bootje niet heel dichtbij, maar goed, de tweede poging is raak. Naar de haven van Andraitx moet hij. Zo’n 5 mijl verder. We varen langzaam, want er zijn flinke golven en telkens als de lijn strak komt te staan, krijgt het bootje een schok.

 
 Als we in de baai van Andraitx komen, geeft de man aan dat hij het verder zelf wel kan, hij wil wel graag onze naam en adres ook al zeggen wij natuurlijk dat we er niets voor willen hebben. Maar goed, we schrijven onze gegevens op een briefje, ik vouw er een vliegtuigje van en met een welgemikte worp belandt het briefje in de boot. Ik maak de lijn los en dat was het dan. Dachten we. Maar niet dus. Terwijl wij nog wat ronddobberen en overwegen waar we naar toe zullen gaan omdat we voor ons oorspronkelijke plan geen tijd meer hebben, worden we opnieuw geroepen; ‘I need your help again’.  De harde wind heeft het motorbootje richting de rotsen gedreven en daar valt blijkbaar niet tegenin te roeien. Nu heeft hij echt een probleem. We maken de lijn nu vast aan de voorkant van onze boot zodat we niet zelf bij de rotsen in de problemen kunnen komen en gelukkig gaat het werpen nu ook goed. Achteruit varend trekken we het bootje verder de baai in richting de haven. Als we bijna bij de haven zijn geeft de man aan dat we hem los kunnen maken. Vanaf hier is het geen probleem meer. Bedankt. Ik maak de lijn weer los, we zwaaien en kijken nog even of alles goed gaat. Maar er gebeurt niet veel. Blijkbaar is hij inmiddels zo moe dat het roeien niet meer lukt, en zo kom je toch ook niet thuis. Voor de 3e keer gooi ik de lijn. (Ik word er zo nog handig in) Bij de haveningang komt er iemand aanvaren met een RIB die hem verder brengt. Voor ons is de klus geklaard. Zeilen doen we niet meer die dag. Zo zie je maar weer hoe anders het kan lopen. De eerste de beste baai gaan we voor anker en dat blijkt onverwacht een prachtig plekje. (Cala Egos)
 

 
 
 
 



Een praktisch puntje is nog dat  je niet erg stevig ligt in zeegras. Het anker kan zich niet goed ingraven in de bodem en als de wind dan toeneemt of plotseling draait kun je wel raden wat er gebeurt. Maar goed. Als we in een drukke kleine baai liggen komt er tegen de avond een RIB van de posidonia control. Vanuit de boot wordt met een soort enorme oranje kijker het anker geïnspecteerd. Wij liggen goed, maar we zien wel dat een andere boot opnieuw moet ankeren. Later als we in de baai van Porto Colom komen, worden we zelfs opgewacht door een RIB van de posidonia control. Deze ankerplaats heeft heel veel spots met zeegras en het is niet heel makkelijk een plekje met zand te vinden waar je je anker uit kunt gooien.  Voor de posidonia meneer geen probleem. Hij wijst ons op de decimeter nauwkeurig aan waar we ons anker mogen laten vallen. De wind blijft tot morgen dezelfde richting houden volgens hem, dus er is geen gevaar dat we op de grond lopen of tegen andere boten aan komen. Erg prettig voelt dat niet. Andere boten op een paar meter afstand en voor je de rotsen, dat is niet erg comfortabel. Wij houden er graag rekening mee dat de wind wel draait. De volgende ochtend als er veel boten vertrekken zoeken we dan ook een beter plekje uit. (wel in het zand natuurlijk )
Een heel leuk plekje op het eiland is het plaatsje Soller. We ankeren in de baai Port de Soller en kunnen met de tram in 20 minuten naar het bergdorpje waar op zaterdag markt is. De tram is een belevenis apart. Het is een antieke houten tram (1914) die tussen de haven en het dorpje rijdt. De tramlijn is natuurlijk vooral bij toeristen populair en veel duurder dan dat je met de bus zou gaan, maar toch vinden we het echt leuk om met dit prachtig gerestaureerde vervoermiddel door het berglandschap met sinaasappel en citroenbomen, langs huizen en achtertuinen naar Soller te rijden. Bijkomstig voordeel is dat de rijtuigen helemaal open zijn. Fijn in de hitte en in deze periode van Covid 19. (Ik moet er niet aan denken met 32 C en een mondkapje op in een volle bus te zitten.)


Soller is leuk. Op de markt zijn er zoveel verschillende soorten olijven te koop dat je door de olijven het bos niet meer ziet. Heerlijk fruit en lekkere kaasjes staren ons aan vanaf de kraampjes, maar we hebben geen tassen bij ons en willen ook niet teveel meesjouwen. Wie weet, komen we hier nog een keer terug en dan gaan we zeker inkopen doen. ( Ze hebben ook heerlijke koffie en taart 😋)


In de baai van Cala Blanca maken we nog iets grappigs mee. Nadat we geankerd hebben installeren we ons in de kuip met een biertje. We hebben uitzicht op een behoorlijk steile rotswand met bovenop wat huizen. Halverwege zien we vier geiten staan. Drie geiten staan in de verte te kijken. Eentje staat met z’n kop in de struiken.
 ‘Ongelofelijk toch, wat die beesten kunnen. Op zo’n steil stukje’.
 
 


 
We kijken er samen vol bewondering naar. Een paar minuten….Die paar minuten worden 10 minuten, een kwartier….nog steeds staan de geiten in dezelfde houding. ‘We worden in de maling genomen’, zeggen we tegen elkaar. Ze zijn nep. We pakken de verrekijker erbij. De geiten staan doodstil. We zijn gefopt. Waarschijnlijk een kunstproject van een van de bewoners. We vergeten de geiten en gaan eten klaarmaken. Als ik na een poosje door het keukenraam kijk, is de geit die met zijn kop in de struiken stond, verdwenen. We wrijven onze ogen uit. Nu komt er ook beweging in de rest van het gezelschap. Ja hoor, voor de tweede keer trappen we er in. Het is geen kunstwerk, maar wel een kunststukje van deze viervoeters. 
 
 Zo genieten we van Mallorca. Aan de zuidkant van de prachtige stranden, aan de noordwestkant van de ruige bergen.
 



      Maar de wind is goed om door te gaan naar Menorca, dus we hijsen de zeilen….




 

Reacties

Prachtig Mieke. Nu weet ik waar ik volgende zomer naar toe wil.